HEEMKUNDIGE KRING

BR. CHRISTOFOOR

OUDENBOSCH

HEEMKUNDIGE KRING

BR. CHRISTOFOOR

OUDENBOSCH

 

VIJFDE WEBINAR OVER "OUDENBOSCH VROEGER EN NU"

 

NIEUWENBOSCH EN HET VEEN

door Cor van Oers

(11 december 2023)

Klokslag acht uur ging ons vijfde webinar van start. Meer dan 120 mensen hebben al dan niet samen gekeken en nu hebben inmiddels ook 25 personen via de link teruggekeken. Het leverde ook veel vragen op de ‘chat’ zodat duidelijk werd dat dit onderwerp erg aansprak.

Na de gebruikelijke uitleg was er eerst een korte presentatie door Cor van Oers over het ontstaan en verdwijnen van het dorp Nieuwenbosch. Eerst werd uitgelegd waar exact Nieuwenbosch heeft gelegen. Dat was aan het einde van de Bornhemweg, rechts aan de Mark. De gronden waren reeds in bezit van de abdij van de Cisterciënzers (door de schenking in 1275), maar in maart 1310 is er sprake van oprichting van een ‘bijkerk’ te Baerlebosch aan de Mark wegens te grote afstand tot ‘moederkerk’ in Gastel (die al in 1277 patronaatsrecht had gekregen). Nog wat jaren later op 20 juni 1358 verkreeg de gemeenschap goedkeuring door Bisschop van Luik en de kerk aan de Mark wordt verheven tot rectoraat. Lang heeft deze ontwikkeling niet mogen duren, want in de nacht van 18 op 19 november 1421, treft een groot noodlot het gehele Zuidwesten van Nederland door de St. Elisbethsvloed. Hierdoor ging de ‘Groote Waard’ ten zuiden van Dordrecht ten onder en ontstond de huidige Biesbosch. Er verdwijnen 72 dorpen, waaronder Nieuwenbosch. Kerk en dorp spoelen weg en komen langzaam onder water te staan.

In 1425 beslist de abdij, dat er een perceel ‘aan den dijk’ (wat nu St. Bernaertsstraat is) bestemd wordt voor de bouw van een nieuwe kerk met kerkhof. Met andere woorden: men keert niet meer terug naar Nieuwenbosch, ondanks dat het kerkhof en de locatie weer ingepolderd worden. Zeer waarschijnlijk is het dorp ook niet in een keer verzwolgen maar is het nog zeer lang gebruikt als havenhoofd om van hier naar Holland te varen. Op kaarten van veel later datum staat nog steeds de naam en zijn de paalhoofden nog zichtbaar. Tot zelfs in de 20e eeuw was het perceel vanaf de Oudlandsedijk te zien. Vanaf de dijk liep een afrit de polder in naar een ellipsvormig gebied, dat met een sloot omgeven was. Later zijn er bomen geplant.

Pas in de 20e eeuw (ca 1980) zijn de laatste tekenen door cultuurtechnische maatregelen helemaal verdwenen. Het gebied wordt aangeduid als van ‘archeologische waarde’. Misschien ligt hier in de toekomst nog een uitdaging.

Luchtfoto uit 1953 met linksonder

de ellipsvormige contouren van Nieuwenbosch

 

Daarna was het woord aan de hoofdgast, de heer Karel Leenders, historisch geoloog. De heer Leenders heeft vele onderzoeken en publicaties op zijn naam staan en is vooral bekend van zijn onderzoek naar de ligging en exploitatie van thans verdwenen venen in het gebied tussen Antwerpen, Turnhout, Geertruidenberg en Willemstad tussen 400 - 1350. Hij nam ons mee in een enerverende reis waarbij de eerste ontwikkeling van de veen-economie werd gepresenteerd. Hij liet ons zien dat grote delen van wat nu Noord-West Brabant is bedekt was met veen.

 

 

 

Na uitleg over wat veen nu eigenlijk is, werd ingegaan op de waarde van veen. Door jarenlange plantengroei ontstond er een dikke laag moerasachtig nat veen. Veen kon worden afgegraven, gedroogd en dan als turf verkocht. Dit werd veel gedaan in ‘concessies’. De turf werd veelal aan steden in Vlaanderen verkocht. Voor het transport werden watergangen aangelegd, soms met waterbouwkundige hoogstandjes (o.a. het Bosse-hoofd) om hoogteverschillen te overwinnen.

Door het afgraven van het veen werd het land vernield en viel het uiteindelijk ten prooi aan de zee. Na 1250 drong de zee steeds verder door in de Noordwesthoek en begon het zout winnen, vanaf 1288 ook in Oudenbosch. Omdat het veen ten prooi viel aan het zeewater kreeg men zout veen. Dat was de bron voor zoutwinning door middel van een vrij complex proces. Deze zoutwinning vond ook plaats in Nieuwenbosch. Deels gebeurde dat buiten moerdijken, maar ook binnen in zoutketen. Als reactie ging men weer dijken aanleggen. Er was ook een watersysteem nodig om voor het transport én om zoet en zout water gescheiden te houden. Op de Gastelse kaart uit 1565 is dit voor Oudenbosch goed te zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fragment van de Gastelse kaart uit 1565

 

Veen bleef heel lang een belangrijk product. In 1995 werd in het Gastels Laag (bij de Heinsberg) de resterende veenlaag blootgelegd. Over 11 hectare een opvallend tegeltjespatroon: de insteken van de laatste weggehaalde veenlaag. Zo kon het turfgraafproces onderzocht worden. Dit veengebied was in 1289 uitgegeven aan het klooster St. Catharinadal bij Wouw. Het gegraaf in het veen bij het Baarlebos begon rond 1300. Men maakte turf maar ook zout. Nieuwenbosch was tot 1400 een centrum van zoutraffinage. Oudenbosch bleef tot ca. 1580 turf exporteren. In het landschap zijn nog tal van sporen uit deze tijd herkenbaar. Het voert te ver de gehele presentatie van de heer Leenders te bespreken maar een aanrader is zijn boek ’Verdwenen venen’ (Wageningen, 1989) waar dit alles in breder perspectief beschreven staat.

 

Na een vragenronde sloot voorzitter Jan Bedaf om 21.15 uur dit vijfde webinar.

Postadres:  Heemkundige Kring Br. Christofoor, Markt 30b, 4731 HP Oudenbosch.

vormgeving en onderhoud: Bernard den Braber

Bezoek ook onze facebook pagina.

Postadres:  Heemkundige Kring Br. Christofoor, Markt 30b, 4731 HP Oudenbosch.

vormgeving en onderhoud: Bernard den Braber

Bezoek ook onze pagina's op facebook en instagram